Voorwoord

Mona Keijzer

staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat

Waar denkt u aan bij een loodgieter of een verpleegkundige? Ziet u een ‘stoere’ man of denkt u aan een ‘lieve’ vrouw? En wie van de twee doet dan wat? Het is niet gek wanneer u denkt dat de stoere man het meeste weet over leidingen en de lieve vrouw over verzorging, want in de praktijk zien we dit ook het meeste terug. Juist daar moet verandering in komen.

Kinderen in Nederland groeien nog altijd op met ouderwetse denkbeelden over beroepen. Die beeldvorming is een hardnekkige uitdaging. De ervaringen die we in het dagelijks leven en door de media opdoen, spelen een grote rol in hoe wij over dit soort beroepen nadenken. Willen we dat iedere jongen of meisje in de toekomst zijn of haar talent volledig kan benutten, dan moeten we samen laten zien dat gender of stereotypering geen rol mag spelen bij beroepskeuze.

Rolmodellen zijn daarvoor belangrijk. Zij laten zien dat het anders kan. En juist van hen hebben we er nu te weinig. En dat is niet zo gek. In Nederland wordt slechts 14 procent van de technische beroepen door vrouwen uitgeoefend. De recente cijfers van de Techniek­pactmonitor laten daarnaast zien dat het aantal vrouwen in een technische studie is gestabiliseerd en niet meer toeneemt. Met name op het mbo zien we nog een groot verschil tussen mannen en vrouwen: bijna de helft van de mannen in het mbo kiest een technische opleiding, tegenover slechts acht procent van de vrouwen. Een zorgelijke ontwikkeling.

Als Nederland kunnen wij beter. Sterker nog: wij hebben vrouwen in de techniek hard nodig als wij een divers palet van technisch geschoold talent willen hebben. Nederland is op internationaal niveau een belangrijke speler als het gaat om innovatiekracht en technisch opgeleiden. Dat willen we graag blijven. En met het oog op de maatschappelijke uitdagingen waar Nederland voor staat, zoals de energietransitie, moeten we zorgen voor genoeg technisch personeel. Maar dan zullen we veel meer mensen moeten opleiden en omscholen. Ook de aansluiting tussen de opleidingen en de arbeidsmarkt moet beter. Daarvoor is de hulp van drie partijen hard nodig: de overheid, het onderwijs én werkgevers.


“Vanuit een landelijke aanpak, met daarin de nadruk op regionale uitvoering, willen we het aantal vrouwen in de techniek- en ictsector verhogen”

De afgelopen jaren zijn er veel initiatieven opgezet om meisjes en vrouwen te stimuleren de technische en digitale wereld te verkennen, vaardigheden erin te ontwikkelen en hun carrière erin op te bouwen. Bedrijven zetten jaarlijks op Girlsday hun deuren open om meisjes uit het voortgezet onderwijs kennis te laten maken met de beroepen in de technologie en ict. Scholen en bedrijven worden met kennis en tools gestimuleerd om op een andere manier over techniek- of ict-opleidingen en vacatures te communiceren.

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ondersteunt deze inzet om meer vrouwen te interesseren voor een toekomst in de techniek en ict. We moeten meisjes en dames vertellen over wat het inhoudt als je kiest voor een beroep uit deze sectoren. En er moeten meer vrouwelijke rolmodellen komen. Om op dit vraagstuk meer impact te realiseren, heb ik met de ministers van OCW en SZW nieuwe acties aangekondigd. Deze staan in de kabinetsinzet Techniekpact die op 27 november gepresenteerd is. Vanuit een landelijke aanpak, met daarin de nadruk op regionale uitvoering, willen we het aantal vrouwen in de techniek- en ictsector verhogen. Het is belangrijk dat we hiervoor de krachten bundelen. Platform Talent voor Technologie helpt met hun opgebouwde kennis en ervaring om deze acties uit te voeren.

In deze eenmalige uitgave van het magazine ‘Vrouwen in Technologie en ICT’ van Platform Talent voor Technologie vindt u goede voorbeelden en nieuwe ideeën, naast de meest recente cijfers. Laat u hiermee inspireren tot actie.

Het is nu tijd om echt door te pakken en er samen voor te zorgen dat er een doorbraak komt.

Deel via: